124. Postelein, waterpostelein en winterpostelein
Het was een zachte winter en al vroeg in april vond ik winterpostelein in de knop: in mijn eigen tuin! Het is geen opvallend plantje en de bloei is niet spectaculair, maar zo vroeg in het jaar zijn alle tekenen van groei en bloei welkom. Toen schoot me te binnen dat we in mijn jeugd wel eens postelein aten en ik vroeg me af wat de relatie met de winterpostelein was. En zo ontstaat dan weer verhaaltje over onze planten, want het bleek dat we ook nog waterpostelein hebben. Maar het bleek ook dat die drie niet veel met elkaar te maken hebben, behalve naam dan.
Winterpostelein in bloei.
De wetenschappelijke namen
Het is niet de eerste keer en waarschijnlijk ook niet de laatste, maar de geleerden hadden deze keer weer een flinke puzzel gemaakt van de namen:
- Winterpostelein (Claytonia perfoliata, syn. Montia perfoliata) staat in de Oecologische Flora nog bij de Posteleinfamilie (Portulacaceae) maar is bij de laatste herziening van de plantensystematiek terecht gekomen bij de Montiaceae (Bronkruiden). Onze inheemse planten groot en klein bronkruid zaten ook in de Posteleinfamilie, maar zitten nu dus ook in de Montiaceae.
- Postelein (Portulaca oleracea) zat ook in de Posteleinfamilie en zit daar nog steeds. Postelein is nu ongeveer de enige plant van Europese origine in deze familie.
- Waterpostelein (Lythrum portula, syn. Peplis portula) zat ook ooit in de Posteleinfamilie, maar is al eerder verhuisd en zit nu in de Fam. Lythraceae (Kattenstaart).
De geleerden zullen ongetwijfeld weer gelijk hebben wat de indeling betreft en het is natuurlijk handig als je aan de naam direct kunt zien waar de plant thuis hoort, maar lastig zijn die naamsveranderingen wel. Bij de vogels doet men het al jaren praktisch zonder naams-wijzigingen!
Postelein
Postelein (Portulaca oleracea) is al vele eeuwen in gebruik als groente, waarschijnlijk al in prehistorische tijden. De plant komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zee gebied of uit Zuidoost Europa volgens buitenlandse Wikipedia varianten, maar de Nederlandse Wikipedia zegt dat in India en Perzië de oorsprong ligt. In ieder geval aan de oostkant van de Middellandse Zee is postelein al duizenden jaren en nog steeds een veel gebruikte groente.
Momenteel is postelein bij ons een beetje in het vergeetboek geraakt. Maar de plant kan hier uitstekend worden gekweekt en slaagt er zelfs in te verwilderen, vooral in de zuidelijke helft van het land. De groente wordt in ons land in de winkels en supermarkten aangeboden van ongeveer mei tot oktober. Grote supermarkten hebben de groente ook in het assortiment.
Verse postelein uit de winkel ziet er een beetje uit als verse spinazie: een of meer blaadjes op een steeltje. De groente kan rauw gegeten worden als sla, gekookt als spinazie of als stamppot met de groente lichtjes meegekookt met de aardappels. Die laatste variant heb ik in mijn jeugd wel gegeten, maar ik heb er geen duidelijke herinneringen aan. Ik moet het nog eens proberen.
Postelein uit de winkel lijkt nauwelijks op wilde postelein
Als je alleen de groente uit de winkel kent, zal je de plant in het wild bijna zeker niet herkennen. In winkel zie een dun blad op een relatief lange steel en in het veld een vetplant die over de grond kruipt met dikke, vertakte rode stengels en wat vlezige blaadjes die bijna geen stengel hebben! In Zuid-Europa bloeien ze met helder gele bloemen. Die plant zou best in een siertuin passen en dat gebeurt ook want postelein wordt gekweekt met verschillende kleuren bloemen speciaal voor de siertuin! Ik weet niet of de plant dan nog eetbaar is.
Blijkbaar is postelein gemakkelijk te kweken onder allerlei omstandigheden want de plant wordt tegenwoordig over de hele wereld gekweekt en gegeten. En heel verrassend: er zijn aanwijzingen dat de plant vanuit Europa de oceaan is overgestoken naar Amerika en daar eerder was dan Columbus! Hoe dat gegaan is, is niet duidelijk.
Wilde postelein in bloei: een gewoon onkruid in Zuid-Frankrijk en niet zeldzaam in Nederland.
Winterpostelein
De Nederlandse naam winterpostelein (Montia perfoliata) heeft te maken met het feit dat de gewone postelein in de winter niet beschikbaar is en winterpostelein wel. Maar winterpostelein is er in de zomer niet! Samen schijnen ze het jaar redelijk te vullen. Winterpostelein heeft een lichte 'koude behandeling' nodig om te kiemen: de zaden moeten onder 12 graden C komen. En de rest regelt de plant zelf: bloei van april tot juni, bestuiving is niet nodig, want zelfbestuiving is regel. Dan sterft de plant en na september zijn de zaden klaar voor een nieuwe ronde!
Het meest opvallende van winterpostelein vind ik de bloeiwijze. De plant wordt zo'n 20 cm hoog en de witte bloemen verschijnen bovenin, letterlijk op een presenteerblaadje! De bloemen staan aan het einde van een opgaande stengel. De twee blaadjes daar direct onder, groeien samen tot één 'schaaltje' en het lijkt dan alsof de bloemstengel midden door dit schaaltje is gegroeid! De bloemen zijn meestal wit, soms een beetje roze.
De bloei van winterpostelein op een (nat) presenteerblaadje
Winterpostelein is eetbaar en de smaak en bereiding schijnen te lijken op die van gewone postelein. Ik heb nog geen winterpostelein geproefd en voor zover ik kan nagaan is de groente niet beschikbaar bij de reguliere supermarkten.
Winterpostelein is inheems in Noord-Amerika en is pas na Columbus onze kant op gekomen. Waarschijnlijk had men hier ook behoefte aan extra vitamine in de winter want de gebruikelijke Amerikaanse naam is 'mijnwerkers sla' en die komt van het vitamine tekort in het voorjaar bij die mijnwerkers. Ook daar waren blijkbaar maar weinig verse groenten in het voorjaar.
In ons land is winterpostelein vrij algemeen. De plant staat het liefst niet in de volle zon op verstoorde (dus ook bewerkte) en niet te droge grond. Onze groente- en siertuinen zijn dus hele goede plekken.
Waterpostelein
Waterpostelein (Lythrum portula) groeit bij voorkeur op schrale gronden die afwisselend nat en droog zijn. De plant heeft een hekel aan kalk in de grond met het gevolg dat ze dat in Zuid-Limburg zeldzaam is.
Waterpostelein in Nederland. De rode 'knoppen' in de bladoksels zijn de bloemen.
Op het eerste gezicht lijkt de plant veel op de gewone postelein: de bladeren zijn wat vlezig en de stengels kunnen rood kleuren. Gewone postelein is minder gebonden aan natte gronden, maar groeit er uitstekend. Eigenlijk het enige zeer duidelijke verschil zie je tijdens de bloei: de gewone postelein heeft relatief grote gele bloemen en de waterpostelein zeer kleine (1-2 mm), roodachtige bloemetjes, die ook nog in de bladoksels staan!
Waterpostelein kan ook als waterplant groeien, maar dan moet het water wel zeer arm zijn aan voedingstoffen, anders wordt ze verdrongen. Vreemd is dat waterpostelein niet bloeit in het water. Niet als ze echt in het water staat, maar ook niet als de standplaats regelmatig droog valt. Waarschijnlijk gedijen de zaden niet in het water.
Een close up foto van de bloei van waterpostelein.
Jan van Dingenen - 2019